Ben Abas begon in 1947 als tekenaar van de Spot Morton-serie voor de Amsterdamse uitgeverij Periodiek. Het succes van die beeldromans bracht zijn vader op het idee om ook beeldromans uit te brengen, en wel de serie Lex Brand, waarvoor de broer van Ben de teksten schreef. Na een halfjaar werd er ook maandelijks een sf-serie uitgebracht onder de naam Tom Wels. Toen eind 1948 de beeldromans onder vuur kwamen te liggen, probeerde Studio Bell, de naam van de uitgeverij, het met de sciencefiction-reeks Fantasie en wetenschap – waarvoor Lo Hartog van Banda de meeste teksten schreef. Van dat tijdschrift verschenen slechts vier afleveringen.
In 1949 kwam er een einde aan de series Lex Brand en Tom Wels, maar in 1952 bracht de uitgeverij – nu vanuit het Gelderse Lunteren – Lex Brand opnieuw uit. Ook tekende Ben Abas in die periode afleveringen van Karl May en Texas Ranger.
Vanaf 1952 was Ben Abas eveneens voor de Toonder Studio’s gaan werken, waar hij onder andere meewerkte aan de Tom Poes-weekstrip. Meer bekendheid had hij met de sf-strip Martin Evans van Lo Hartog van Banda die in 1955 in het Vlaamse tijdschrift Kapoentje werd geplaatst. Na afkeurende opmerkingen van de Toonder Studio’s over Abas’ tekenkunst, zette hij er met de honderdste aflevering een punt achter. Kort daarop emigreerde Abas naar Australië. De Martin Evans-strip werd met vier afleveringen door een onbekende studiomedewerker afgemaakt, om vervolgens, drie jaar later, weer voortgezet te worden door Dick Vlottes en Gerrit Stapel. Voor een Australische uitgever illustreerde Abas diverse schoolboeken. In Perth is hij overleden.
Martin Evans