De Preangerbode was een dagblad in Nederlands-Indië dat als ondertitel had in de eerste decennia “Nieuws- en Advertentieblad voor de Preanger-Regentschappen: tevens Mailcourant” Het werd te Bandoeng als eerste uitgegeven door J. De Vries & Co. De krant werd opgericht door Johan Fabricius en een vriend. In 1902 werd hij ziek en ging naar Holland terug en verkocht de krant aan Kolff & Co. In 1913 verkoopt Kolff & Co. de krant aan de beheerder van zijn Bandoengse filiaal, I. Vorkink. Deze verkoopt de helft in de twintiger jaren aan C.W. Wormser die dan tevens hoofdredacteur is.
De oorspronkelijk titel was “De Preanger Bode” en onder die naam verscheen het van 1896 tot in 1923. In dat jaar werd de naam officieel veranderd in “Algemeen Indisch Dagblad De Preangerbode” dat vervolgens verscheen van 1923 tot ongeveer 1957. In de volksmond werd beide namen afgekort tot de Preangerbode.
De naam is ontleend aan het Preangerlandschap dat een bergachtig gebied is ten zuiden van Jakarta en waar op de hoogvlakte de stad Bandoeng gesticht was door de Nederlandse koloniale overheid. Doordat het gebied de Preanger vanaf circa 1880 een sterke groei kende van planters in thee en koffie én Bandoeng een bestuurscentrum werd, had deze koloniale samenleving grote behoefte aan (regionale) nieuwsvoorziening, waardoor er voor dit blad een (advertentie)markt ontstond.
Hoofdredacteuren waren: Johan Fabricius 1896-1902, G.L la Bastide 1902-1906, Th.E. Stufkens 1906-1921, C.W. Wormser 1921-1942 en J.P. Verhoek 1950-1956.
Het blad had een gedegen journalistieke faam. Fabricius start met een brave krant, maar G.L. La Bastide start met een ‘ethische opvatting’ richting de Indonesische bevolking, onder C.W. Wormser wordt er weer verrechtst en dat blijft zo. In het pand van de voormalige drukkerij/uitgeverij aan de Grote Postweg (tegenwoordig Jalan Asia-Africa) te Bandoeng zit als “opvolger” de Indonesisch talige krant de Pikiran Rakyat.
Verhalen van Heer Bommel en Tom Poes, verschenen van 194 in het blad.